De Standaard: Gezocht: kloostergebouw. Met open deuren en een schommel

Met acht zijn ze. Samen willen ze een stadsklooster oprichten in Brussel. Het intrigeert. “We willen iets betekenen voor de stad.”

Ze zijn er niet allemaal. In totaal zijn ze met acht volwassenen en negen kinderen. Vanavond zitten ze met zes rond de tafel. Vijf dertigers en een vijftiger. Ze hebben een gezin en een job. Er is een huisarts bij, een paar onderzoekers die aan de KU Leuven werken, een studentenpastor, een coördinator in een dienstenbedrijf in de sociale economie en een onderzoeker in AI. Het is een groep die je gelijk waar op een caféterras zou kunnen zien zitten. Alleen is het gespreksonderwerp niet iets wat op elke cafétafel passeert: hun plannen om in Brussel een stadsklooster op te richten.

Tim Brys (37) schreef er een boek over, en een opiniestuk in deze krant. Het intrigeerde. Wat? Hoe? Een klooster? Voor alle duidelijkheid: het is er nog niet, er is nog geen gebouw. “Ik denk dat het nog niet bestaat”, lacht Lara Creemers (36). “Met ruimte voor een aantal gezinnen. Gemeenschappelijke ruimten, aparte units voor mensen die we tijdelijk willen opvangen. Een tuin. En in Brussel.” Dat laatste is belangrijk, het moet een stadsklooster zijn, tussen de diversiteit en de hectiek. “We willen iets betekenen voor de stad. De deuren openstellen”, klinkt het.

In hun wildste droom trekken ze in een verlaten klooster, maar het zou ook een fabriekspand kunnen zijn. Het is niet iets wat je vindt via een immo-app. Dus schrijven ze nu ook religieuze netwerken aan. Via die weg gloort er nu een piste in de verte, ergens in Koekelberg, een gebouw dat onderdak bood aan paters. Intussen zoeken ze uit hoe dat dan gaat als je met zo’n groep een pand koopt, wat een collectieve hypotheeklening inhoudt en of er dan een vzw of coöperatie moeten worden opgericht. Het zijn allemaal wereldse vraagstukken die in schril contrast staan met de religieuze en ideologische motieven rond de tafel.

Oude traditie, nieuwe vorm

Wat ze willen, gaat verder dan cohousing. God is geen bijzaak. Brys: “Dat goddelijke is voor mij een belangrijke realiteit. Ik wil mijn leven daarrond vormgeven.” Wouter Biesbrouck (57): “We hebben allemaal een evangelisch protestantse achtergrond, maar we staan ook open voor andere christenen als die zouden willen meedoen. Het wordt een lekenklooster, dus niet iets dat je direct kan vergelijken met de katholieke kloosters met paters en nonnen. We hebben ook geen eed van celibaat afgelegd.” (lacht)

Hannah Demaerel (38): “Ons plan kadert in de beweging van de nieuwe monastieke gemeenschap. Het is eigenlijk de oude kloostertraditie in een hedendaagse vorm, waarbij mensen met een huishouden onder één dak wonen en samen het ritme van het gebed volgen. Elke bewoner houdt ook een job buiten de muren, de kinderen gaan gewoon naar school.” Ze zagen al voorbeelden in het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Rotterdam.

“Het zijn kleine groepen christenen die in elkaars buurt wonen. Ze doen dingen voor de lokale school, of voor mensen die op straat leven.” Zo is het bij hen beiden een beetje begonnen, vertellen Lara Creemers (36) en Joachim Demaerel (33). “Sinds het begin van ons huwelijk voelden we dat we niet geïsoleerd wilden wonen, dat we een formule van gedeeld wonen zochten, christelijk geïnspireerd.”

Onze evangelische wereld

Veel van die buitenlandse voorbeelden vallen onder het internationale 24-7 Prayer, een vereniging waar ook deze groep zich bij aansluit. Brys: “Het is voor ons vooral een manier om ons te omringen met wijze mensen. En we hebben samen met hen een aantal waarden onderschreven: eenvoudig leven, gastvrijheid, dienstbaarheid, gebed en ruimte voor creativiteit.” – “We willen bewust met minder leven dan we zouden kunnen,” vat Biesbrouck samen. “Net omdat we ons ook vragen stellen bij het materialisme en consumentisme in de wereld, en bij het ongebreidelde individualisme dat leidt tot meer eenzaamheid en gebrek aan solidariteit. We merken dat er heel veel mensen zijn die zoeken naar betekenis en geestelijke verdieping. Die verdieping zoeken we, maar zonder ons daarin af en op te sluiten. We kijken zowel verticaal, naar God, als horizontaal, naar elkaar en naar de omgeving.”

Voor de zes aan tafel lijkt het alsof twijfel aan het geloof iets is wat buiten hun bubbel valt. Dat kerken leeglopen en het geloof afkalft, weten ze natuurlijk wel. “Maar”, aldus Brys, “binnen onze evangelische wereld is er toch nog wel een redelijk sterke kerkgang. Wij zijn allemaal opgegroeid in een kerk die heel actief was en met een geloof dat altijd veel voldoening heeft gegeven. Het geloofsleven speelt zich bij ons naast de kerkgang ook nog sterk thuis af, met bijbel en gebed.”

“Nu we nog niet samenwonen, hebben we twee gebedsmomenten per week, meestal online,” vertelt Stefan Wittocx (39). “Hoe we bidden bepalen we zelf. We zijn daar heel vrij in. Het kunnen ook voorbeden zijn, bidden voor de stad bijvoorbeeld.” En 2025 zou 2025 niet zijn als er geen app bij hoorde. Stefan: “Ja hoor. We hebben een app: Lectio 365, met gebedstijden en inspiratie voor gebeden.”

Tot slot nog de hamvraag: komt er een kloosterbier of wordt het een kaas? “Een geuze!”, klinkt het links. En rechts: “Of we gaan ijsjes verkopen!”

Bron: De Standaard.